Energieneutraal
  • Welkom
  • Energieneutraal
  • Produkten
  • Referenties
  • Contact

Infrarood is geweldig voor appartementen

30/9/2020

0 Reacties

 
In appartementen en tussenwoningen die redelijk tot goed geïsoleerd zijn, kan met infrarood warmtepanelen veel bespaard worden op de energierekening, zo blijkt uit onderzoek van Thuisbaas. Dat is mooi meegenomen omdat infraroodpanelen weinig plaats innemen en minder duur zijn dan andere vormen van aardgasvrije verwarming.

Tekst: Joop van Vlerken“
In 2013 zijn we al gestart met infrarood warmtepanelen. De premisse was dat het een minder efficiënte manier van verwarmen zou zijn, maar we wilden er toch mee experimenteren. Eerst hebben we het als bijverwarming getest en vervolgens hebben we het bij één van mijn collega’s toegepast als hoofdverwarming. Dat ging goed en daarom zijn we er verder mee gegaan.”
Volgens Wigger Verschoor van Thuisbaas kwamen de voordelen van infrarood warmtepanelen binnen zijn organisatie geleidelijk aan het licht.
“Bron en verwarming zijn één. Je hoeft dus geen leidingen te trekken. Dat betekent dat installatie makkelijk is. En het is een stuk goedkoper dan bijvoorbeeld een warmtepomp.”


Energieneutrale woningen
Thuisbaas heeft als doel om huizen energieneutraal te maken en is om die reden vanuit stichting Urgenda opgericht, vertelt Verschoor. “Wij streven naar energieneutrale woningen, niet naar winst. We werken voornamelijk voor particuliere woningeigenaren die van het gas af willen, maar er zijn inmiddels ook woningcorporaties bijgekomen, waaronder Parteon en De Alliantie.”
De methode voor het energieneutraal maken van woningen is bij Thuisbaas anders dan bij andere partijen, legt Verschoor uit. “We zijn niet van de passieve school. Natuurlijk vinden we dat een woning goed geïsoleerd moet worden, maar we willen geen theemuts om de woning bouwen. Dat leidt tot onbetaalbare voorstellen en het is niet nodig.”
Na een aantal jaren testen met infrarood warmtepanelen is er reden tot tevredenheid, vertelt Verschoor. “Het kan niet overal, bij een oude boerderij met enkelsteens muren moet je het niet toepassen. Maar in goed geïsoleerde woningen zien wij dat het hout snijdt.”


Energieverbruik monitoren
Om de vermoedens en ervaringen te volgen, heeft Thuisbaas veertien appartementen en geïsoleerde tussenwoningen met alleen infraroodpanelen voor verwarming een heel stookseizoen gemonitord. Het ging om woningen die van een cv-ketel overgingen op infrarood warmtepanelen. Van de veertien woningen is het energieverbruik voor en na het plaatsen van de infraroodpanelen opgevraagd en gemeten. Het verbruik van de panelen kon apart worden afgelezen en werd gecorrigeerd voor weersinvloeden.


Energieverbruik gedaald met 55%Het resultaat van dit ‘Empirisch onderzoek naar efficiëntie infraroodverwarming’ was verrassend, ook voor het bedrijf zelf. De organisatie ging ervan uit dat de overgang van gas naar stroom zonder zonnepanelen zou betekenen dat de totale energierekening ongeveer hetzelfde zou blijven. Het energieverbruik voor verwarming was gemiddeld over de woningen in de monitoringsperiode zelfs gedaald met 55%.
Verschoor: “Het is geen wetenschappelijk onderzoek en zo presenteren we het ook niet. Maar het laat wel zien dat in deze context infraroodverwarming heel efficiënt kan werken. Dat neemt niet weg dat er zeker meer onderzoek gedaan moet worden.”
In bovenstaande gegevenstabel staan de monitoringsgegevens van 14 woningen waar de gasverwarming is vervangen door verwarming met IR-panelen.
De gasrekening in m3 aardgas is het gecorrigeerde gasverbruik, dat wil zeggen het gasverbruik exclusief koken en warm tapwater voor keuken en douche. Vervolgens is gecorrigeerd met de graaddagen over de meetperiode zodat het gasverbruik voor verwarming per gemiddeld jaar kon worden gerekend. 
Het elektraverbruik is afgelezen uit het monitoringsysteem van BeNext, dat van alle IR-panelen het verbruik bijhoudt. Ook hier is voor de berekening weer gecorrigeerd met het aantal graaddagen zodat uiteindelijk het energieverbruik voor verwarming, voor en na het plaatsen van de IR-panelen zo objectief mogelijk is. Bron: ‘Empirisch onderzoek naar efficiëntie infraroodverwarming’ van ThuisBaas, oktober 2019.
bewerken.
0 Reacties

Woonlastenneutraal verduurzamen is wel financieel aantrekkelijk

3/9/2020

0 Reacties

 
Begin deze week publiceerde het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) een nieuwsbericht met als titel ‘Verduurzamen eigen woning financieel onaantrekkelijk’. “Een slechte titel boven een té theoretisch onderzoek”, oordelen experts Bert van Renselaar en Bram Adema van CFP Green Buildings. Volgens hen ziet de sector in de praktijk juist meer kansen dan obstakels.

Het PBL-onderzoek beschouwt woonlastenneutraal verduurzamen als een op zichzelf staande opgave. Die gedachte sluit niet aan op de werkelijkheid. Het rapport slaat de plank mis op drie belangrijke punten:
  1. Verduurzaming moet uitgevoerd worden op natuurlijke of logische momenten, in combinatie met renovatie of groot onderhoud. Hierdoor zijn de investeringen een fractie van de genoemde kosten in het PBL-onderzoek;
  2. De meest waarschijnlijke technische oplossingen moeten het uitgangspunt zijn, in plaats van de meest dure opties. Hierdoor kan met veel lagere investering verduurzaamd worden;
  3. Ieder huis apart energieneutraal maken, is een utopie. Duurzame energieopwekking is een veel efficiëntere manier van CO2-reductie en gaat daarbij gepaard met minder grondstoffenverlies.

Verduurzaming in combinatie met renovatie
De belangrijkste reden om je woning te isoleren is meestal om koude voeten te voorkomen. Een lagere energierekening is dan mooi meegenomen, maar niet per se het doel. Door bijvoorbeeld je dak pas te isoleren bij het plaatsten van een dakkapel of je vloerverwarming te installeren bij het vervangen van de keuken wordt een groot deel van de kosten voor hak- en breekwerk vermeden.
Echte woonlastenneutraliteit moet rekening houden met de kosten die je toch al maakt voor het renoveren, aanpassen of verbeteren van je woning. Verduurzaming koppelen aan aanpassingen waarbij de terugverdientijd minder of niet relevant is, is hierin de sleutel.

De meest simpele oplossingen voor duurzaamheid
Het PBL-onderzoek stelt dat alle woningen individueel verwarmd moeten worden met een warmtepomp. Daardoor moet ook het totale afgiftesysteem per woning vervangen worden. “Dat gaat natuurlijk nooit gebeuren”, oordeelt Adema. “In de praktijk worden veel woningen op andere wijze verduurzaamd, bijvoorbeeld met behulp van een Nano-infrarood warmtepanelen. Dan houden we nog niet eens rekening met de technologische ontwikkelingen die ons binnen nu en een paar jaar nog meer alternatieven gaan bieden.”
Ook nu al zijn er financieel interessantere opties dan het meest duurzame scenario dat door het PBL over alle woningen is gelegd. Investeringen van ca. € 10.000,- per 10 jaar, tegelijk met de aanschaf van bijvoorbeeld keukens, nieuwe ketels en dakkapellen, geven lagere kosten, minder verspilling van grondstoffen en minder troep.

Ieder huis apart energieneutraal maken, is een utopie
Energieneutraliteit is geen individuele opgave. “Het centraal opwekken van duurzame energie is fors goedkoper dan het persen van de laatste kilowattuur uit iedere individuele woning”, geeft Van Renselaar aan. “We moeten zorgen voor een systeem waarin we genoeg centraal opgewekte duurzame energie hebben om verduurzaming niet bij individuele woningeigenaren neer te leggen. Hanteer deze holistische benadering, dan gaan de door het PBL gehanteerde kosten voor huiseigenaren al snel door de helft.”

Nieuw onderzoek
Niet blindstaren op wat niet mogelijk is, maar de focus leggen op verduurzamingskansen. “Dát is het uitgangspunt om de opgave die voor ons ligt wél te halen”, geeft Adema aan. “In de komende dertig jaar komen alle woningen een keer aan de beurt voor grootschalige verbetering. Grijp dat moment aan om verduurzaming rendabel te maken. Daarom pleiten wij voor het uitvoeren van een nieuw onderzoek, waarin de natuurlijke momenten in de komende dertig jaar gebruikt worden als versnelling van de verduurzaming van de Nederlandse koopwoningvoorraad.”
0 Reacties

Energieneutraal betekent beter verhuurbaar

31/5/2017

0 Reacties

 
Voordelen en kansen van energiebesparing

Behalve een afweging op grond van wetgeving of bedrijfseconomische motieven, bestaan ook andere redenen voor het doorvoeren van energiebesparende maatregelen.

Een duurzaam gebouw behoudt of vergroot haar (balans-)waarde, is beter verhuurbaar, vaak tegen een hoger tarief. Voor duurzaamheidsmaatregelen bestaan aantrekkelijke financieringsvormen (rentekorting), naast fiscale stimulering (Energie Investeringsaftrek EIA) en subsidies (ISDE, SDE+).
Een duurzaam gebouw met een gezond en comfortabel binnenklimaat vergroot de werktevredenheid en arbeidsproductiviteit van de gebruikers.

Een vastgoedportefeuille waarvan de duurzaamheid is beloond met certificaten als BREEAM-NL, LEED of GPR-Gebouw is aantrekkelijker voor beleggers.
Het verbeteren van de energie efficiëntie van de bestaande gebouwvoorraad is een onvermijdelijk gevolg van veranderende wetgeving en van financieringseisen. Gebouwen die niet meer voldoen aan wettelijke regels en duurzaamheidseisen van financiers en beleggers komen vroeg of laat leeg te staan. Door slechte energieprestaties dreigt waardeverlies van vastgoedportefeuilles. Een situatie van ‘wal keert schip’, waar banken als ABN AMRO en ING nu al op voorsorteren.

Duurzaamheid loont en voor verbeteringen die zichzelf terugverdienen is financiering vaak goed mogelijk. Ook in samenspraak met de gebruiker van het gebouw is veel mogelijk, o.a. door gebruik te maken van Green Lease contracten voor het opheffen van de split incentive. Voorts kan met uitvoerende partijen als de installateur voor het onderhoud, een energieprestatiecontract gemaakt worden, of, bij renovatie, zelfs een ESCo (energy service company) worden ingericht. Hiernaast zijn in de markt facilitators actief, die vastgoedeigenaren helpen met het planmatig verduurzamen van de gebouwen. 

Meld u aan voor onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van de laatste Energieneutrale nieuwtjes
0 Reacties

Energielabel C verplicht voor kantoren

31/5/2017

0 Reacties

 

Energielabel C kantoren
​Utiliteitsgebouwen  met een kantoorfunctie moeten verplicht energiezuiniger gemaakt worden. Vanaf 1 januari 2023 geldt energielabel-C als minimumeis. 

Voor de gebouwde omgeving bestaat de wens dat alle gebouwen in 2050 energieneutraal zijn. Dit Europese streven is overgenomen in het Energieakkoord. Daarnaast is de ambitie geformuleerd dat gebouwen in 2030 minstens een energielabel klasse A hebben. Energie efficiëntie is het sleutelwoord en om energiebesparing te bespoedigen, is eind 2016 door minister Stef Blok van Wonen en Rijksdienst bepaald dat in 2030 alle kantoorgebouwen over energielabel C moeten beschikken.

Energielabel C-verplichting
Deze energielabel C-verplichting zal ingaan per 1 januari 2023 en geldt voor zowel publieke als private gebouwen die volgens de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) een kantoorfunctie hebben. Voor de gebouwgrootte is een ondergrens ingesteld van 100 m2 BVO. De energielabel C-verplichting komt neer op een Energie Index van maximaal 1,3 (lager = zuiniger). Monumenten zijn vooralsnog uitgezonderd. De minister bekijkt of gebouwen met een andere functie, zoals winkels, ziekenhuizen en onderwijsgebouwen aan een vergelijkbare verplichting onderworpen kunnen worden.

De energieprestatie
Bij oplevering, verkoop en verhuur van utiliteitsgebouwen dient de eigenaar te beschikken over een geldig energielabel. Bij openbare gebouwen hoort dit label zichtbaar te zijn voor bezoekers aan het gebouw. Het energielabel wordt opgemaakt door een gecertificeerd energieadviseur, ook wel EPA-U adviseur genoemd. De ‘U’ staat voor utiliteit en EPA voor energieprestatieadvies. Zo bestaat ook EPA-W, maar dan voor woningen.
De energieadviseur berekent aan de hand van gebouwkenmerken en specificaties van gebouwgebonden installaties de energieprestatiecoëfficiënt (EPC). Door de berekende energieprestatie te delen door de wettelijk verplichte prestatie, wordt de Energie Index (EI) bepaald. Dit verhoudingsgetal bepaalt binnen grenswaarden de labelklasse van het Energielabel (zie tabel).

Energie Index
De Energie Index is een weergave van de energieprestatie van het gebouw. Het verhoudingsgetal zelf zegt niets over het daadwerkelijke energieverbruik. Daarom wordt gewerkt aan een betere bepalingsmethode. Voor de nieuwbouwnorm voor Bijna Energie Neutrale Gebouwen (BENG) wordt al een eenvoudiger getal gehanteerd, namelijk het energieverbruik per m2 BVO per jaar. Het werkelijke energieverbruik laat zich dan goed vergelijken met het berekende verbruik. Naar verwachting wordt dit overgenomen voor het uitdrukken van de energieprestatie van bestaande utiliteitsgebouwen voor de energielabel C-verplichting.
Dit sluit aan bij de energiebenchmark ontwikkeld door ECN, waarin voor 24 verschillende gebouwtypen naar bouwjaar en grootteklasse het gemiddelde energieverbruik wordt berekend. EnergieVastgoed heeft op basis van deze data de benchmarktool ontwikkeld, waar vastgoedbeheerders het actuele energieverbruik van een gebouw kunnen vergelijken met het landelijke gemiddelde.

De eisen voor (bijna) energieneutrale nieuwbouw laten zien waar op termijn ook bestaande gebouwen aan moeten voldoen. Hier ligt een grote uitdaging, want een gemiddeld kantoorgebouw in Nederland verbruikt zo’n 200 kWh/m2/jr., dus vier keer méér dan de BENG-eis.

Energieklassen voor utiliteitsgebouwen
Energieklasse Grenswaarden Energie-Index (EI)
Van:                             Tot:
 A++                             Kleiner of gelijk aan 0,50
 A+                               0,51-0,70
 A                                 0,71-1,05
 B                                 1,06-1,15
 C                                 1,16-1,30
 D                                 1,31-1,45
 E                                  1,46-1,60
 F                                  1,61-1,75
 G                                 Groter dan 1,75

Energielabel C
De klassen van het energielabel voor utiliteit lopen van ‘G’ tot ‘A++’, vergelijkbaar met het energielabel voor woningen. Meer dan de helft van utiliteitsgebouwen voldoet op dit moment niet aan de minimumeis van energielabel C. De huidige voorraad kantoorgebouwen telt ruim 67.000 panden met ruim 85 miljoen m2 BVO, volgens het rapport ‘Verplicht Energielabel voor kantoren’ van het EIB en ECN 1).
De kosten voor het verbeteren van de panden die niet aan energielabel C voldoen wordt door EIB/ECN geraamd op 860 miljoen euro. Omdat met de verbetering van de energieprestatie het energieverbruik teruggedrongen wordt, levert de investering een financiële besparing op. De maatregelen voor het verbeteren van de gebouwen verdienen zichzelf daardoor terug. De terugverdientijden variëren van 3 tot 7 jaar.

De Energielabel C-verplichting heeft een overlap met de eisen voortvloeiend uit het Activiteitenbesluit, onderdeel van de Wet Milieubeheer. Het Activiteitenbesluit verplicht gebouweigenaren tot het nemen van energiebesparende maatregelen, zodra deze zich binnen vijf jaren terugverdienen. Deze verplichting geldt bij een energieverbruik van meer dan 50.000 kWh per jaar of meer dan 25.000 m3 aardgas. Deze regel is van toepassing op maar liefst éénderde van alle utiliteitsgebouwen, ongeacht hun gebruiksaard of huidige labelklasse.


Energiebesparing per label stap
Gebouwen zijn verantwoordelijk voor 40% van het nationale energieverbruik (finaal) en voor ruim 30% van de CO2-uitstoot. Tegelijk is het besparingspotentieel enorm; in veel gebouwen zijn besparingen van 30% op het energieverbruik mogelijk, op aardgas alleen al zo’n 60% (bron: ECN). Het verbeteren van de energieprestatie van gebouwen levert dus geld op, door de lager uitvallende energierekening, ieder jaar opnieuw. In een exploitatiebegroting vormt deze jaarlijkse kostenbesparing de hefboom om investeringen in energiebesparende maatregelen mogelijk te maken. De mogelijke energiebesparing is aan de hand van een aantal standaard toepasbare maatregelen in te schatten. Hoeveel dat is per labelstap toont onderstaande tabel, opnieuw uit het rapport ‘Verplicht Energielabel voor kantoren’ van het EIB en ECN 1).


Energiebesparende maatregelen
Om voor een gebouw een labelstap te bereiken zijn maatregelen nodig voor het verbeteren van de energieprestatie. Dit kunnen bouwkundige verbeteringen betreffen, zoals isolatie van het dak of vervangen van de gevelbeglazing. Veel technische maatregelen zijn mogelijk als het gaat om de gebouwgebonden installaties; HVAC-systemen en verlichting. Maar ook organisatorische maatregelen zijn mogelijk, bijvoorbeeld gericht op een optimale kantoorbezetting, de schoonmaak verplaatsen naar overdag en de openingstijden van het gebouw scherper stellen.
Voor het in kaart brengen van alle maatregelen voor energiebesparing, inclusief investeringskosten en terugverdientijd (beter: IRR) dankzij de lagere energiekosten, kan het beste een energieadviseur ingeschakeld worden. Deze kan per gebouw na inventarisatie een verbeterplan opstellen. Door dit naast het lange termijn huisvestingsplan te leggen, wordt het mogelijk de meest gunstige maatregelen te kiezen. Zo is de geplande vervanging van het dak een goed moment om de plaatsing van zonnepanelen te overwegen.
Iedere maatregel zal een effect hebben op de energieprestatie en daarmee samenhangende kosten voor energie. Deze lijst van mogelijke maatregelen vormt de basis voor het plan voor het (blijvend) verbeteren van de energieprestatie, in samenhang met het wettelijk kader.
0 Reacties

€ 100 miljoen voor energiebesparing

28/1/2016

0 Reacties

 
€ 100 miljoen voor energiebesparing in koopwoningen
Nieuwsbericht | 26-01-2016 | 16:30

Het kabinet stelt € 100 miljoen beschikbaar om energiebesparing in de koopsector te versnellen. Hiervan wordt € 80 miljoen besteed aan een subsidieregeling voor energiebesparende maatregelen in koopwoningen en een voorlichtingscampagne.

Voorwaarde is dat een particuliere woningeigenaar of Verenigingen van Eigenaren (VvE) een omvangrijke combinatie van energiebesparende maatregelen neemt in een bestaande woning. De details van de subsidieregeling worden uiterlijk in de zomer bekend gemaakt, zo schrijft minister Blok (Wonen en Rijksdienst) vandaag aan de Tweede Kamer.

Het resterende bedrag wordt gebruikt om het Nationaal Energiebespaarfonds te verbeteren en voor innovatie bij bedrijven, gemeenten en andere (markt)partijen.
Ook komt het Rijk samen met partijen van het Energieakkoord met een voorlichtingscampagne om energiebesparing te stimuleren.
De subsidie kan niet gebruikt worden voor een enkelvoudige energiebesparende maatregel of energieopwekking door bijvoorbeeld zonnepanelen. Voor duurzame energieopwekking via zonneboilers, warmtepompen, biomassaketels of pelletkachels heeft het ministerie van EZ wel subsidie beschikbaar. Beide subsidies mogen gecombineerd worden met een lening uit het Nationaal Energiebespaarfonds, zodat woningeigenaren desgewenst de hele investering op deze manier kunnen betalen.

Energiebesparing in de gebouwde omgeving is een belangrijk onderdeel uit het Energieakkoord uit 2013. Eerder maakte minister Blok verschillende afspraken om energiebesparing te stimuleren in zowel de koop- als huursector. Voorbeelden hiervan zijn de stimuleringsregeling energieprestatie huursector, fonds energiebesparing huursector, het energielabel en het Nationaal Energiebespaarfonds.

De afspraak over de € 100 miljoen is gemaakt bij de onderhandelingen over het Belastingplan 2016.
0 Reacties

Stop meer energie in energieopslag

2/1/2016

0 Reacties

 
door Roel van der Heijden
​

Gestaag wekken we steeds meer duurzame stroom op. Maar naarmate zonne- en windenergie een groter aandeel krijgen, worden we ook steeds meer blootgesteld aan de grillen van de natuur. Slimme manieren van energieopslag kunnen ons daartegen beschermen. Toch loopt dat onderzoek niet in de pas met de ontwikkelingen op duurzaam gebied. We moeten daarom meer energie stoppen in het onderzoek naar energieopslag.

Sterrenwacht Halley
Een paar maanden geleden was er een spannende dag. Konden de innig verbonden Europese elektriciteitsnetwerken van Europa de gedeeltelijke zonsverduistering van 20 maart opvangen? Vooral in Duitsland zou de verduistering voor problemen zorgen. Het land draait voor zeker zes procent op zonne-energie.
Uiteindelijk werd deze ‘dip’ in de stroomproductie opgevangen door een oude fossiele vriend: elektriciteitscentrales op bijvoorbeeld gas sprongen razendsnel bij en leverden het benodigde vermogen. Zoals sommigen al hadden voorgerekend.

Deze bijzondere situatie gaat zich waarschijnlijk vaker voordoen. Niet omdat er meer (gedeeltelijke) zonsverduisteringen komen, maar omdat een steeds groter aandeel van de elektriciteitsvoorziening afhankelijk is van de onvoorspelbare natuur. Waar gaat straks alle overtollige zonne- en windenergie heen? En waar halen we het vandaan als we het wél nodig hebben?
We hebben nu een oplossing, zoals de gedeeltelijke zonsverduistering in maart bewees. Toch zullen (reserve) gas- en kolencentrales niet passen in ons ideaalbeeld van een groene energievoorziening. Bovendien zijn dergelijke centrales nauwelijks rendabel als ze niet continu draaien.
Onderzoekers moeten daarom nieuwe en creatieve manieren vinden om onze energievoorziening in balans te houden. Maar terwijl het onderzoek naar betere zonnecellen, naar efficiëntere windmolens, blauwe energie een hoofdrol opeist, moet het onderzoek naar de opslag van die energie het doen met een bijrolletje.

Op het elektriciteitsnet mag geen tekort of overschot heersen. 
De stroomproductie is daarom altijd gelijk aan de vraag. Apdency

Gaan batterijen het doen?
Natuurlijk wordt er relevant onderzoek gedaan en initiatief genomen op dit gebied. Kijk naar batterijen, die zich op zowel grote als relatief kleine schaal in de strijd mengen. Zij slaan overtollige energie op en leveren het weer op het moment dat het nodig is. Zo kondigde het Amerikaanse bedrijf Tesla Motors, bekend van de succesvolle elektrische auto, in april een batterij aan voor in huis. Deze Powerwall voorziet het huishouden uren, en bij weinig verbruik zelfs dagen, van stroom.

Het kan ook grootschaliger. Duitsland probeert megabatterijen in te zetten als back-up-stroom, zoals deze installatie die onlangs in het noorden van het land in gebruik werd genomen. Tot slot dragen creatieve ondernemers wellicht een steentje bij, zoals een autodealer die verouderde batterijen uit elektrische auto’s een tweede leven geeft.

Dit redactioneel weerspiegelt de mening of visie van de redacteur. Hoewel wetenschappelijk onderbouwd en beargumenteerd, is het een persoonlijke mening en geen wetenschappelijk feit.
Ben je het (niet) eens met de auteur? Geef dan vooral ook een reactie hieronder.

0 Reacties

Afschaffen salderingsregelen

2/1/2016

0 Reacties

 
‘Afschaffen salderingsregeling heeft grote nadelige gevolgen’

DOOR SIEBE SCHOOTSTRA  

IN SALDERING
Duurzaamheidsadviseurs van bureau Merosch bekeken de effecten als de salderingsregeling verandert. Aanpassing kan grote gevolgen hebben voor de energiekosten en een rem zetten op de realisatie van nul-op-de-meter woningen.
Minister Kamp heeft aangegeven dat de salderingsregeling aangepast gaat worden de komende jaren. De verwachting is dat de salderingsregeling op termijn zal worden afgeschaft. Dit kan grote gevolgen hebben voor de energiekosten van nul-op-de-meter (NoM) woningen en daarmee de (financiële) haalbaarheid van dit soort zeer energiezuinige woningen. Dit schrijft Merosch op haar website.

Aanpassing #salderingsregeling kan rem zetten op realisatie #nulopdemeter woningen

Tweet this
Volgens de salderingsregeling kunnen huishoudens en kleinzakelijke elektriciteitsverbruikers de stroom die zij zelf opwekken een-op-een verrekenen met de stroom die zij van het net betrekken. Dit financiële voordeel maakt de investering in zonnepanelen rendabel. Zonder salderen zal de terugverdientijd van een Pv-installatie minstens verdubbelen.

Opheffen salderen is nadelig

Conclusie in het onderzoeksrapport is dat de volledige afschaffing van de salderingsregeling op korte termijn (v.a. 2020) een nadelige invloed heeft op de rentabiliteit van investeringen in maatregelen voor energiebesparing en -opwekking. Ook de NoM-woning komt er bij afschaffing slechter van af. Zelfs door alternatieve technieken te introduceren, zoals lokale tussentijdse energieopslag, neemt de haalbaarheid van een gezonde businesscase voor de nul-op-de-meter woning af.

​Advies
In het rapport wordt naar alternatieven gekeken, zoals het uitstellen van afschaffing van de salderingsregeling, het verlagen van de salderingsgrens (nu gelijk aan totale eigen verbruik) of het verlagen van de salderingsvergoeding. Hiermee is de pijn van afschaffing enigszins te verzachten en kan voorkomen worden dat de rem komt te staan op het verduurzamen van bestaande woningen.
​
Merosch heeft het onderzoek uitgevoerd in samenwerking met de gemeente Rijswijk, Stedin, Energiesprong, Dura Vermeer, KlimaatGarant en de Universiteit Utrecht. Het rapport en de samenvatting zijn de vinden op dewebsite van Merosch
0 Reacties

    Archieven

    September 2020
    Mei 2017
    Januari 2016

    Categorieën

    Alles

Diensten

Energie-opslag
​Silicium radiator
Nano infrarood
​
Grafeen radiator

Zonnepanelen
Warm tapwater

Duurzaam advies
​Vastgoed management



Energieneutraal

Het bedrijf
Nieuwsberichten

Advies team

Contact
​

© COPYRIGHT  ENERGIENEUTRAAl 2015.
Energieneutraal, Baileystraat 2E, 8013 RV Zwolle
  • Welkom
  • Energieneutraal
  • Produkten
  • Referenties
  • Contact